De affaire Christie

Elk verhaal heeft een geheim. Elk mysterie een motief. ‘Lang geleden, in een ander land, heb ik bijna een vrouw vermoord. Het is een bijzonder gevoel, de drang om te moorden. Het neemt je lichaam volledig over, als een bijna goddelijke kracht die je wil, je ledematen en je psyche overneemt. Er is niets vreugdevols aan. Achteraf gezien is het beangstigend, maar ik durf te zeggen dat het op het moment goed aanvoelt. De manier waarop gerechtigheid goed aanvoelt.’ Het grootste mysterie is niet de verdwijning van Agatha Christie tijdens die elf beruchte dagen in 1926, maar wel wat ze toen ontdekte. Londen, 1925: in een wereld van rijtjeshuizen en tenniswedstrijden, socialites en schietpartijen, wordt Miss Nan O’Dea de minnares van Archie Christie en lokt ze hem weg van zijn toegewijde en bekende vrouw, Agatha Christie. De vraag is: waarom? Waarom het huwelijk van een andere vrouw vernietigen, waarom een complot uitvoeren dat al jaren in de maak is, waarom moorden? En wat verbindt de jonge Nan O’Dea met die elf dagen waarop Agatha Christie vermist was?